De relatief jonge sport is een kruising tussen waterpolo, rugby en kajak. Counters, spectaculaire duels en tactische aanvallen zorgen voor een spetterend en spannend wedstrijdverloop. Sinds 1987 wordt kajakpolo beoefend volgens internationaal goedgekeurde regels door het I.C.F. (International Canoe Federation).
Het spel wordt gespeeld op een veld van 23m op 35m, waarbij de doelen 2m boven het wateroppervlak opgesteld zijn. Elke ploeg bestaat uit 5 spelers en 3 wisselspelers. Door de zware krachtinspanningen is voortdurend wisselen een noodzaak. Tijdens de wedstrijd die 2 x 10 minuten duurt, kan men scoren door de bal in het doel van de tegenstrever te gooien, een speler in balbezit moet de bal doorgeven binnen de 5 seconden.
1. Een tegenstander die de bal heeft, mag je omduwen. Toch wordt er weinig gezwommen tijdens een kajakpolowedstrijd, want door te eskimoteren (een techniek waarmee je de kajak terug rechtdraait) kom je snel terug boven water.
2. De wedstrijd begint met een sprint naar de bal die de scheidsrechter in het midden van het speelveld werpt. Twee spelers varen dan zo snel mogelijk naar de bal toe, wat tot spectaculaire beelden kan leiden.
3.Verdedigers mag je wegvaren om dichter bij het doel te raken, dit lukt het best door met de top van je kajak onder een andere kajak te duiken.
4. De bal wordt rondgepast met de hand, maar mag onderschept worden met de peddel, zolang die niet binnen handbereik komt.
5. Een team heeft 60 seconden de tijd om een doelpoging te wagen, anders gaat de bal naar de tegenstander. Dit zorgt ervoor dat kajakpolo een heel snelle en intensieve sport is.
Kajakpolo zoals we het nu kennen, bestaat nog maar enkele tientallen jaren. 100 jaar eerder speelde men ook al balspelen met boten, maar die zagen er heel wat anders uit.
De eerste voorlopers van kajakpolo vinden we terug in Groot-Brittannië aan het einde van de 19e eeuw. Daar werden balspelen gespeeld in een afgesloten kajak, maar ook al rechtstaand op een vlakke boot of zelfs op houten vaten met paardenhoofden en een staart. In Duitsland en Frankrijk werden rond 1920 balspelen met kajaks of kano’s gespeeld als initiatie voor het kajak- en kanovaren en ook om vaartechnieken op wildwater te trainen. Zo hadden wildwatervaarders een goed alternatief om geregeld te blijven trainen en was dit een leuke en laagdrempelige manier om anderen enthousiast te maken voor de kajaksport. In Duitsland werden de eerste spelregels in 1926 opgesteld. De eerste officiële competitie vond er plaats in 1935, maar werd stilgelegd door de 2e wereldoorlog en pas terug opgepikt in 1969.
In Frankrijk introduceerde de federatie “kanobal” als recreatieve sport in 1929. De eerste formele spelregels kwamen er daar in 1943. De voornaamste verschillen met het huidige kajakpolo waren toen grotere speelvelden, langere speelhelften en grotere doelen die op het water dreven. In Groot-Brittannië werd rond 1950 kajakpolo gespeeld, maar de vorm daarvan is minder duidelijk. In Australië speelde men vanaf 1952 kajakpolo met toerkano’s waarin telkens 2 spelers zaten. De voorspeler gooide dan de bal terwijl de achterste de boot bestuurde. Rond 1966 werd in Londen voor het eerst een boot gemaakt die al goed leek op de poloboot zoals we die nu kennen. Die boot werd gemaakt op vraag van scholen om in het zwembad basis- en eskimotagetechnieken te leren aan de studenten. De boot was korter en de punten waren afgerond om het zwembad niet te beschadigen. Dit nieuw type boot zorgde voor een hervorming van de sport met kleinere speelvelden, meer sprints en met de mogelijkheid om kort te draaien.
De sport groeide in populariteit in Engeland en in 1970 werd een demonstratie gehouden in Londen, waar voor het eerst met hangende doelen werd gewerkt en men de bal met de hand mocht spelen. Vanaf het jaar daarna werd elke 2 jaar een nationale competitie georganiseerd en verspreidde deze versie van de sport zich verder over de wereld. Tot 1986 bleven er nog 2 verschillende speelstijlen bestaan: Engeland, Frankrijk en Australië kozen voor de hangende doelen en lieten toe dat de bal met de hand gespeeld werd. Duitsland, Italië en Nederland kozen voor het grotere speelveld, de drijvende doelen en speelden de bal enkel met de peddel. In 1986 legde de International Canoe Federation (ICF) uiteindelijk de reglementen voor kajakpolo vast en werd de Engelse speelstijl de maatstaf.
Wil je meer weten over de geschiedenis van kajakpolo? Dan raden we het boek "Canoepolo - Basics, tactics and skills" door Ian Beasley aan, waarop deze tekst gebaseerd is.
Klik op de knop om het sportreglement te bekijken, downloaden of afdrukken.
- Een poloboot: dit zijn kortere, wendbare kajaks. Zo kan je snel draaien en vlot onder een andere poloboot duiken. Zowel aan de top als aan de staart hangt een beschermende bumper om blessures tot een minimum te beperken.
- Een polopeddel: ook iets korter en met een ronde vorm om makkelijker de bal te controleren.
- Een helm met gezichtsbeschermer.
- Een genummerde zwemvest, met extra bescherming aan de zijkanten.
- Een spatzeil, zo komt er geen water in de boot tijdens het varen of omdraaien.
- En niet te vergeten: de polobal natuurlijk! Die heeft extra grip voor betere balvaardigheid.
Overal waar je een speelveld (23 bij 35 meter) kan leggen en waar er stilstaand water is, kan je kajakpolo spelen. Op deze kaart zie je een overzicht van alle Peddelsport Vlaanderen clubs.
Benieuwd naar de resultaten van de wedstrijd van afgelopen weekend? Of eerder benieuwd naar het archief? Ontdek hieronder de resultaten van de discipline Kajakpolo!
Er is een nationale seniorenploeg (vanaf 21 jaar) en een nationale juniorenploeg (tot 21 jaar). Deze staan onder leiding van de nationale trainers Sander Van Cauwenberghe (voor de seniorenploeg) en Daan Van de Vreken en Bart De Visscher (voor de juniorenploeg U21). Het programma voor de nationale ploegen begint in de winter met 1 of meerdere open nationale trainingen waarop alle geïnteresseerde spelers welkom zijn. Spelers met interesse in deelname aan de nationale ploeg zijn welkom op de open trainingen, maar moeten zich vooraf wel melden bij één van de nationale trainers. Dit kan via de poloverantwoordelijke van de club of rechtstreeks bij de trainers zelf. De trainingen vind je ook terug op de kalender.
Op het Europees Kampioenschap 2019 in Coimbra, Portugal zetten onze senioren een schitterende prestatie neer met een 6e plaats op 15 deelnemende landen. Ook onze junioren behaalden recent een heel mooie prestatie door een 8e plaats te verzilveren op het Wereldkampioenschap van 2022 in St Omer, Frankrijk. De senioren behaalden daar een 14e plaats. Beide teams kwalificeerden hiermee voor het Wereldkampioenschap van 2024 in Huzhou City, China.
Via volgende link vind je de lijst van alle actieve scheidsrechters. Deze lijst wordt regelmatig aangepast.
Op de kalender vind je de scheidsrechterscursussen, -bijscholingen, -examens terug die al ingepland werden.
Wil je als club een scheidsrechtersopleiding (in combinatie met een examen) of een bijscholing, neem dan contact op met Tom Van Wesemael
Op de ICF-website is een schat aan informatie en voorbeelden te vinden die je kan verderhelpen om je verder te bekwamen als scheidsrechters. Klik hier voor de ICF-scheidsrechterscursus.
Tijdens de Belgische Competitie wordt gebruik gemaakt van een elektronisch wedstrijdsysteem. De handleiding voor dit systeem vind je via volgende link.
Om aan peddelsportwedstrijden te kunnen en mogen deelnemen, zal je een wedstrijdvergunning via jouw club moeten aanvragen. Lees hieronder ook de sportreglementen.
Wil je steeds op de hoogte blijven?
Schrijf je dan nu in op onze nieuwsbrief! Of volg ons op Social Media